Al sinds ik bij de Erasmus tentoonstelling werk, in de centrale bibliotheek van Rotterdam, ontvangen wij elk jaar de eersteklassers van het Erasmiaans gymnasium, vlak voor de Erasmusweek. Het is een vaste traditie, waarbij de meesten van hen voor het eerst spelenderwijs kennismaken met zijn ideeën. En waar ze leren argumenteren bij de stellingen, die onderdeel vormen van zijn werk en opvoedingsideaal. Bij de inleiding vertel ik ze sinds kort ook iets over de geschiedenis van hun school en wat voor bastion dat is geweest tegen onverdraagzaamheid en onderdrukking. Bijvoorbeeld tijdens de Spaanse inquisitie, waar ze dan nog weinig van af weten. De school was ook een doelwit.

De geschiedenis van het Erasmiaans gymnasium gaat terug tot de Latijnse school, die in 1328 al wordt vermeld in historische bronnen. Het is in ouderdom de tweede van Nederland, na Dordrecht, en begon als parochieschool van de Laurenskerk. In 1529 is er een humanistisch leerboek in gebruik genomen en werd er naast Latijn ook Grieks gedoceerd, beide door toedoen van ene Johannes Berius. Deze Berius was bevriend met Erasmus en heeft zich voor het leerboek ook gebaseerd op diens samenvatting van het werk van Lorenzo Valla, een beroemde Italiaanse humanist waar Erasmus zich door heeft laten inspireren tijdens zijn loopbaan.
Hoewel Erasmus het niet eens was met de publicatie van zijn manuscript, heeft dit samen met zijn lofdicht op de orde van het Gulden vlies én zijn boek Paraphrasis vermoedelijk een grote impact gehad in de havenstad. Zowel op het onderwijs van de school als op de verspreiding van zijn gedachtegoed onder gewone Rotterdammers. De Erasmiaanse invloed deed zich vanaf toen echt gelden in zijn geboortestad, waar hij sinds zijn kinderjaren nooit meer naartoe geweest is, maar waar hij wel sympathie voor bleef koesteren. Het Latijn, dat er onderwezen werd, bereikte een Europees niveau. De school vormde vanaf 1575 de opmaat naar een academische studie, voor zowel arm als rijk.

Vanaf 1638 gaat de school daadwerkelijk de naam van Erasmus dragen (Schola Erasmiana). Het toont aan hoe veerkrachtig en populair de tolerantie in Rotterdam bleef, na de Bestandstwisten aan het begin van de eeuw, die immers eindigde met de overwinning van de contraremonstranten en de zuivering van het Rotterdamse stadsbestuur. Die Erasmiaanse tolerantie, van wederzijds respect, was zo sterk geworteld dat de scherpslijperij van de calvinisten als zaad op een rotsachtige bodem viel.
Al deze details laat ik natuurlijk achterwege, anders word ik zelf een roepende in de woestijn. Ik houd het dus beknopt en besluit mijn inleiding met hoe Erasmus als humanist geloofde dat je door het bestuderen van de literatuur uit de Oudheid een beter mens werd. En dat de gymnasiasten, nu zij hiermee zijn aangevangen, ook de taak hebben om met elkaar de samenleving beter te maken. Adelheid verplicht. Hierna gaan ze in de tentoonstelling, onder begeleiding, enthousiast aan de slag.
De antwoorden die ik hoor zijn soms schrijnend, dan grappig en op andere momenten geven ze blijk van een wijsheid die je bij hun leeftijd niet verwacht. In het tweede deel zal ik dat uit de doeken doen. Ik hoef niet te verklappen dat ze de school tot eer strekken, en de naam van Erasmus waardig zijn.














