Lofrede op het Erasmiaans Gymnasium (1)

Al sinds ik bij de Erasmus tentoonstelling werk, in de centrale bibliotheek van Rotterdam, ontvangen wij elk jaar de eersteklassers van het Erasmiaans gymnasium, vlak voor de Erasmusweek. Het is een vaste traditie, waarbij de meesten van hen voor het eerst spelenderwijs kennismaken met zijn ideeën. En waar ze leren argumenteren bij de stellingen, die onderdeel vormen van zijn werk en opvoedingsideaal. Bij de inleiding vertel ik ze sinds kort ook iets over de geschiedenis van hun school en wat voor bastion dat is geweest tegen onverdraagzaamheid en onderdrukking. Bijvoorbeeld tijdens de Spaanse inquisitie, waar ze dan nog weinig van af weten. De school was ook een doelwit.

Dit gebouw van het gymnasium heeft de Tweede Wereldoorlog niet overleefd. Een groot deel van de gymnasiasten evenmin

De geschiedenis van het Erasmiaans gymnasium gaat terug tot de Latijnse school, die in 1328 al wordt vermeld in historische bronnen. Het is in ouderdom de tweede van Nederland, na Dordrecht, en begon als parochieschool van de Laurenskerk. In 1529 is er een humanistisch leerboek in gebruik genomen en werd er naast Latijn ook Grieks gedoceerd, beide door toedoen van ene Johannes Berius. Deze Berius was bevriend met Erasmus en heeft zich voor het leerboek ook gebaseerd op diens samenvatting van het werk van Lorenzo Valla, een beroemde Italiaanse humanist waar Erasmus zich door heeft laten inspireren tijdens zijn loopbaan.

Hoewel Erasmus het niet eens was met de publicatie van zijn manuscript, heeft dit samen met zijn lofdicht op de orde van het Gulden vlies én zijn boek Paraphrasis vermoedelijk een grote impact gehad in de havenstad. Zowel op het onderwijs van de school als op de verspreiding van zijn gedachtegoed onder gewone Rotterdammers. De Erasmiaanse invloed deed zich vanaf toen echt gelden in zijn geboortestad, waar hij sinds zijn kinderjaren nooit meer naartoe geweest is, maar waar hij wel sympathie voor bleef koesteren. Het Latijn, dat er onderwezen werd, bereikte een Europees niveau. De school vormde vanaf 1575 de opmaat naar een academische studie, voor zowel arm als rijk.   

Reconstructie van timpaan Erasmiaans Gymnasium, met in het midden Erasmus, geflankeerd door stroomgoden Maas en Rotte, en putti, voorzien van diverse attributen, waaronder een boek, lauwerkrans, waterpas, doodshoofd en een kruik (museum Rotterdam).

Vanaf 1638 gaat de school daadwerkelijk de naam van Erasmus dragen (Schola Erasmiana). Het toont aan hoe veerkrachtig en populair de tolerantie in Rotterdam bleef, na de Bestandstwisten aan het begin van de eeuw, die immers eindigde met de overwinning van de contraremonstranten en de zuivering van het Rotterdamse stadsbestuur. Die Erasmiaanse tolerantie, van wederzijds respect, was zo sterk geworteld dat de scherpslijperij van de calvinisten als zaad op een rotsachtige bodem viel.

Al deze details laat ik natuurlijk achterwege, anders word ik zelf een roepende in de woestijn. Ik houd het dus beknopt en besluit mijn inleiding met hoe Erasmus als humanist geloofde dat je door het bestuderen van de literatuur uit de Oudheid een beter mens werd. En dat de gymnasiasten, nu zij hiermee zijn aangevangen, ook de taak hebben om met elkaar de samenleving beter te maken. Adelheid verplicht. Hierna gaan ze in de tentoonstelling, onder begeleiding, enthousiast aan de slag.

De antwoorden die ik hoor zijn soms schrijnend, dan grappig en op andere momenten geven ze blijk van een wijsheid die je bij hun leeftijd niet verwacht. In het tweede deel zal ik dat uit de doeken doen. Ik hoef niet te verklappen dat ze de school tot eer strekken, en de naam van Erasmus waardig zijn. 

Wil de échte Erasmus alsjeblieft opstaan?

Als vrijwilliger bij de Erasmus tentoonstelling, in de bibliotheek van Rotterdam, verkeer ik in een gunstige positie om het sentiment onder Rotterdammers en buitenlandse bezoekers te peilen over bepaalde onderwerpen, zoals de oorlog in Oekraïne en de corona-pandemie. Er komt hier ongeveer een dwarsdoorsnede van de samenleving langs, inclusief mensen die met de onflatteuze term wappies aangeduid wordt. Een oververtegenwoordigde groep zijn scholieren, omdat we veel schoolklassen ontvangen. En zij vormen natuurlijk een goede graadmeter van waar het naartoe gaat. 

De oorlog in Oekraïne sleept zich voort maar de aandacht, in de media en de publieke opinie, verslapt tenzij zich grote ontwikkelingen voordoen op het slagveld. Vaak wordt de kwestie in verband gebracht met inflatie en de sterk stijgende energieprijzen. De diepere oorzaken van het conflict, en de gevolgen op lange termijn voor de rechtsorde, blijven onderbelicht. De reden voor deze desinteresse lijkt me tweeledig: kortzichtig eigenbelang en een veelkoppig monster van nepnieuws, cynisme en wantrouwen, die elkaar versterken. 

Ik kan me nog goed herinneren hoe de wappies me tegemoet kwamen bij de hoofdingang, tijdens de zogeheten intelligente lockdown die achteraf niet zo intelligent bleek te zijn. Ik reikte hen gedesinfecteerde mandjes aan, bedoeld om een veilig quotum voor het aantal bezoekers te handhaven. De anderhalvemetermaatregel was nog niet zo lang van kracht. Voordat ik een groet kon uitbrengen, vlogen de complottheorieën me links en rechts om de oren. “De overheid probeert ons te beknotten. Soros zit hier achter”. Enzovoorts. 

Ze waren vriendelijk, maar toch bekroop me een ongemakkelijk gevoel. Een voorbode van de maatschappelijke onrust die nog zou volgen. Een voorbeeld ook van de manier waarop mensen hun vrijheid interpreteren, zodat dit op gespannen voet kan komen te staan met de democratie. En zo vriendelijk zijn ze intussen ook niet meer. Maar we bepalen de regels toch echt met z’n allen. De schoolkinderen snappen dat. En die hebben ook zo hun ideeën over hoe we de samenleving prettiger maken. 

“We moeten aardig en gastvrij zijn voor vreemdelingen die naar ons land komen, op de vlucht voor oorlog en geweld. We moeten respect hebben voor andersdenkenden en vreemde culturen. Er ook nieuwsgierig naar zijn en er niet op uit zijn om doelbewust te kwetsen. We moeten iedereen goed onderwijs aanbieden en kritisch leren nadenken, zodat er geen nare mensen aan de macht komen die zinloze oorlogen beginnen. Alles valt of staat met vreedzame communicatie, waarbij humor niet hoeft te ontbreken”. 

Zelfbeheersing, verdraagzaamheid en bedachtzaamheid als de ultieme deugden. Als kinderen al tot zulke inzichten komen, hebben we geen reden tot wanhoop.

Kom je ook graag factchecken in de Erasmus Experience?

Erasmus Experience – De Bibliotheek Rotterdam

Informatie- en debatavond Nepnieuws, wat doen we ermee? – De Bibliotheek Rotterdam

Thuis in de Wereld

Al enige jaren werk ik bij de Bibliotheek Rotterdam, als gastheer van de Erasmus tentoonstelling. Ik heb het daar uitstekend naar mijn zin. Hiervoor ondervond ik echter moeite om mijn draai te vinden. Ik leefde vrij geïsoleerd, voelde weinig binding met collega’s en leidinggevenden op het werk en had te maken met enorme stress en uiteindelijk een burnout. Een eigen woning, vaste grond onder de voeten, bleek daarna ook niet meer zo vanzelfsprekend. Reizen deed ik evenmin. Opgesloten in mijn angsten, begrensd door geldgebrek, zonderde ik mij steeds verder van de wereld af. Ik durfde zelfs niet naar de supermarkt te gaan en bleef veel thuis, alleen met mijn gedachten die doelloos tegen de kades van een afgesloten haven aan bleven klotsen. Zelfs toen het weer wat beter met me ging en ik er vaak met de fiets op uittrok. Mijn bestaan voelde betekenisloos. De structuur ontbrak. En ik bleef me ontheemd voelen.

Mijn venster op de wereld en op de geboorteplek van Desiderius Erasmus

Maar toen ontdekte ik dit vrijwilligerswerk. Ik ontmoette nieuwe mensen, bleef met hen in contact en begon mijn draai te vinden. En een doel. Er zijn historici die vinden dat je van het verleden kunt leren, zo leerde ik onlangs weer tijdens de jaarlijks terugkerende workshop Filosofie van de bibliotheek. En dat er patronen te herkennen zijn in de geschiedenis. Dat we allemaal wel ergens onderweg naartoe zijn. Dat we logica kunnen aanbrengen in onze ervaringen. Mijn ervaringen hebben me tot dusver geleerd meer te relativeren, om geduld te hebben, niet overal meteen op te reageren en eerst na te denken voordat ik iets doe of zeg. En dat terwijl ik mezelf altijd al een bedachtzaam type heb gevonden. “Wat moet er dan niet voor wereld te winnen zijn, als ook die anderen zich daar op toeleggen!”, is een gedachte die ik mezelf dan nu even permitteer. Het zou allemaal moeten leiden naar een vervolmaakte toekomst; een betere samenleving. In Erasmus vond ik, zij het rijkelijk laat, een geestverwant en inspiratiebron zonder weerga.

Hij bleek het recept voor een hernieuwde arbeidsvreugde en een springplank naar meer sociale, ontplooiende activiteiten. Zoals het volgen van lezingen, schrijf- en taalcursussen. En die eerder genoemde workshop. Maar bovenal heeft het werken bij de tentoonstelling én de bibliotheek de wereld voor mij ontsloten. Ze is onmetelijk als de waarheid die zij huisvest, schreef Umberto Eco ooit al eens over de bibliotheek. Het geldgebrek heb ik nog steeds maar het vormt niet langer een onoverkomelijke slagboom. Ik hoef ook niet zo veel te reizen want de wereld ontmoet mij hier. Uit alle delen stromen nieuwsgierige mensen om mij in deze verlengde thuis te komen storen, met hun vragen én antwoorden. Mijn gedachten weten sindsdien steeds vaker de verkwijnde haven te verlaten en hun bestemming in een ver exotische buitenland te vinden. Soms worden er ook contactgegevens uitgewisseld, zodat Erasmus’ spreuk “Ruimte scheidt de lichamen, niet de geesten” opnieuw herbevestigd wordt.

May be an image of 1 person
Dit T-shirt verkopen wij ook
in de Erasmus Experience

Zo groei ik met de dag verder uit tot een wereldburger, of kosmopoliet, in het door Erasmus zo geliefde Grieks. En de benodigde reistijd, die valt dus alleszins mee. Twintig minuten heen en terug met de fiets…

Bailout 2.0

thislightchameleon-size_restricted

Besteding van belastinggeld door het Amerikaans Congres, via het “small business aid fund”

Als ik het nieuws volg uit Amerika en Europa, over de aanpak van de coronapandemie, krijg ik al snel het gevoel dat we, net als in 2008, ontzettend genaaid worden. Één kopregel zei eigenlijk genoeg, want daarin stond dat miljonairs tijdens deze nog prille crisis alweer een stuk rijker zijn geworden. Ik las dat de Democraten in de V.S., die nu controle over het Huis van Afgevaardigden hebben, gewillig over zich heen hebben laten lopen, en wetgeving hebben geslikt waarbij banken en beursgenoteerde bedrijven ruim bedeeld worden, terwijl kleine ondernemers, werknemers, publieke dienstverleners en mensen die afhankelijk zijn van voedselhulp er bekaaid vanaf komen. Zwaar getroffen staten als New York (nettobetaler) worden bedreigd met faillissement. Afgevaardigde Alexandria Ocasia Cortez kwam heldhaftig doch relatief eenzaam in verzet, terwijl haar kiesdistrict maar één van de vele in grootstedelijke gebieden is, die nu serieus in de problemen komen. Een zilveren rand is misschien dat ruggengraatloze Democratische afgevaardigden, omwille van hun stemgedrag, de komende maanden succesvol uitgedaagd zullen worden door progressievere kandidaten. Inclusief de zelfbenoemde ‘meesterlijke wetgever’ en ‘scherpzinnige leider’, Nancy Pelosi. Ze werd met de ‘stimulus’ cheques marketingtechnisch afgetroefd door Donald Trump en kon afgelopen maart zelfs geen algemeen betaald (ziekte)verlof voor Amerikaanse werknemers regelen. En ze beging onlangs een enorme politieke flater, door in een talkshow te pronken met haar duizenden dollars kostende koelkast, gevuld met ijsjes. Het elitaire, door de media als “Let-them-eat-cake” omschreven moment, werd doeltreffend uitgelicht in een Republikeinse campagnespot.

 

download (3)

Pelosi’s uitglijder, vereeuwigd in een conservatief politieke spotprent

Joe Biden blijkt minstens zo kwetsbaar voor dergelijke aanvallen, want hij heeft zich ongevoelig betoond voor het lot van arbeiders. Tijdens zijn kortstondige campagne in de Democratische voorverkiezingen, kon hij regelmatig worden betrapt op het beschimpen van mensen die hem een (kritische) vraag hadden gesteld. Hij maakte ook dezelfde fout als Hillary Clinton in 2016, door Trump-stemmers bij voorbaat weg te zetten als hopeloze gevallen, ofwel ‘deplorables’, die hij niet hoeft te overtuigen. Tegen de linkervleugel van zijn eigen partij doet hij geen enkele noemenswaardige concessie maar vraagt nochtans wel om hun stem. Bernie Sanders deed, toen hij nog in de race was, voorstellen waar mensen wél enthousiast van werden, zoals universele gezondheidszorg en een onvoorwaardelijke basisinkomen van tweeduizend dollar per maand, zolang de pandemie voortduurt. Een meerderheid van Amerikanen blijkt daar voorstander van, zelfs onder Republikeinse kiezers. Maar wie luistert er nog naar hen? Met Europa is het niet beter gesteld. Landen worden het onderling niet eens en de overheidssteun valt in het niet bij wat de Amerikanen doen. Als het aan de Nederlandse regering ligt, wordt er na de pandemie weer hard bezuinigd op het onderwijs, de sociale zekerheid en… de zorg, plannen die trouwens al vóór de pandemie bestonden. Intussen krijgen grote bedrijven in de luchtvaartindustrie, de vastgoedsector, de fossiele, agrarische, farmaceutische en toeristische industrie miljarden toegestopt, en wordt de transitie naar een duurzame economie getraineerd. De Europese ‘Green deal’, gemankeerd als die was, is voorlopig van tafel, zodat de rekening van toekomstige noodmaatregelen tegen klimaatopwarming nog verder oploopt. Drie keer raden bij wie die komt te liggen?

 

Christus wordt weer gekruisigd

De sterren op de Europese vlag, die de idealen van eenheid, solidariteit en harmonie tussen de volkeren van Europa symboliseren, vormen hier een doornenkroon.

Afgelopen weekend was het Pasen in de Grieks-orthodoxe kerk. Ik ben als kind gedoopt, maar mijn ouders waren niet erg actief in het geloof. Op een paar vertwijfelde pogingen na, heb ik als jongvolwassene zo goed als niets van de Bijbel, of aanverwante werken, gelezen. Het meeste inzicht verwierf ik misschien wel door een reeks boeken van de filosoof en romancier Nikos Kazantzakis te lezen. Die heeft de bijbel in zijn leven meerdere malen gelezen, en wist door zijn kennis van het Oudgrieks waarschijnlijk meer van het onderwerp af dan het gros kerkelijke prelaten in zijn tijd, wat hem vast niet in dank werd afgenomen. Het boek ‘De Laatste Verzoeking’ getuigt ontegenzeggelijk van een oprechte liefde voor Jezus en het christelijk geloof, maar niet noodzakelijkerwijs voor alle theologische dogma’s, en hij werd er bijna om geëxcommuniceerd. Tien jaar ervoor schreef hij “Christus wordt weer gekruisigd”, waarin hij de tegenstelling tussen de christelijke waarden (Jezus’ uitspraken) en daden, van vooral gemeenschaps- en religieuze leiders, hekelt. Dit komt sterk naar voren in de behandeling van een groep arriverende vluchtelingen, uit een naburig dorp, in aanloop naar het Paasfeest.

Screenshot 2020-04-19 at 16.06.13

“Christus wordt weer gekruisigd” is Kazantzakis’ meest ambitieuze roman. Het is een onvermoed actuele roman over onze eigen tijd, waarin mensen op de vlucht voor oorlog en armoede elders een veilig heenkomen zoeken

Naar het schijnt heeft dit werk de voorbije jaren opnieuw in de belangstelling gestaan, vanwege de vluchtelingencrisis. De coronacrisis, die we nu doormaken, voegt daar nog een extra wrange dimensie aan toe. Asielzoekers zitten, zelfs in Nederland, dicht op elkaar en zonder voldoende beschermingsmiddelen, op opvanglokaties waar essentiële voorzieningen en medische zorg slecht zijn of geheel ontbreken. Ook worden hun rechten steeds vaker geschonden, met een beroep op de uitzonderlijke omstandigheden. Er wordt zelfs op hen geschoten, aan de Turkse grens. Maar afgaande op alle ontwikkelingen, gaat de vergelijking met het boek verder dan alleen het vluchtelingenvraagstuk. Nu het virus de cohesie van de EU aantast, is de eurocrisis in volle hevigheid terug. Waren het in 2010 nog vooral Griekse burgers die bij wijze van beleid door sociaal-economische ellende werden getroffen, en daardoor de werkloosheid en het aantal zelfmoorden zagen toenemen. Nu wachten ook Spanjaarden en vooral Italianen hetzelfde lot, als het antwoord opnieuw wordt gezocht in de tucht van de markt en begrotingsdiscipline. Wanneer Nederland volhardt in een haast dogmatische weigering om de gemeenschappelijke Europese munt als een politiek project te zien, in plaats van een zuiver economische kwestie met marktuitkomsten als leidraad.

1240

“Zonder voelbare investeringen in sociale en publieke diensten, dicht bij de Europeanen van wie gevraagd wordt opnieuw de menselijke waardigheid te oefenen, zal het kansloos zijn [de binnenwereld van lidstaten af te schermen van valse varianten van die waardigheid, die al zo in zwang zijn.]” – Mathieu Segers

Het inzicht dat de eigen belangen worden geschaad als men de berooiden niet te hulp schiet (de gulden regel uit het christendom), ontbrak ten enenmale bij de dorpsbewoners uit Kazantzakis’ roman. En het ontbreekt bij de rijkere EU-lidstaten. Zij hebben als geen ander geprofiteerd van de interne markt en de euro, maar zetten die verkregen welvaart op het spel vanwege een morbide fixatie op staatsschuld en begrotingsevenwicht. En vanwege culturele vooroordelen die dateren uit de tijd van de Reformatie. Volgens Coen Teulings zou Nederland 12 miljard minder belasting hoeven te heffen bij aanvaarding van een hogere staatsschuld. En zou de rente op de staatsschuld vervolgens niet meteen oplopen, als er tezelfdertijd meer onderlinge garantstelling tussen Europese lidstaten wordt geaccepteerd.

Waar het bovenal om draait is de tegenstelling tussen gedeelde Europese waarden, die men zegt te koesteren, en Europese daden. Om eerbied voor de menselijke waardigheid, rechtsstaat en democratie. Een steeds hechter verbond tussen volkeren van Europa. Als het de regeringsleiders, ministers van Financiën en het ECB-bestuur daarmee ernst is, betekent het dat ze het asielrecht eens echt respecteren en de keuze om marktconform te werken nu loslaten, en niet de landen maar de grootbanken onderwerpen aan een streng regime. Het alternatief komt neer op het offeren van Italië aan het kruis van budgettaire aanpassingen, en het uiteenscheuren van de Europese gemeenschap.

Tijd voor Eurobonds…

Gebruikte bronnen:
Burgerschap – Mathieu Segers
De Banaliteit van de Crisis – Dirk Bezemer
De Staatsschuld mag gerust oplopen.. – Coen Teulings
Nederland heeft diplomatiek filter nu hard nodig
Het gaat nu om de relatie tussen Italië en Europa – Marc Leijendekker
Gevaarlijke situatie in asielzoekerscentra… – Martin Kuiper
Nederland schendt recht van asielzoekers in… – – Floor Boon

 

 

 

 

 

 

“Cocoona”

92667939_10213754989903907_7020549869844561920_n

Het Varlaäm klooster, vernoemd naar de vrome kluizenaar die zich rond 1350 op deze rots terugtrok.

Ik heb me altijd al iets van een seculiere monnik gevoeld en vind het geen probleem als ik me op afstand bevind van al het sociale gebeuren. Bijeenkomsten, groot of klein, ik mijd ze het liefst. De enige keren dat ik me op m’n gemak voelde onder groepen van mensen, was wanneer ik er gemoedelijk flanerend in wegzonk op  boulevards en in winkelstraten van Europa’s historische binnensteden. Hoe groter de meute, hoe gelukkiger ik was. Maar niets gaat boven de eigen haard. De zelfisolatie vanwege Covid-19 voelt daarom zonder meer als een vloek én een zegen. Aan mijn vrijwilligerswerk was ik wel gehecht. Daar bevond ik me ook tussen veel mensen, maar meestal op grotere afstand dan anderhalve meter. En ik viel er evenmin op, want het was op een plek waar elkeen uitsluitend aandacht had voor z’n boek of z’n beeldscherm(pje). En ik was degene die hun aandacht mocht verstoren als ze zich, al dan niet bewust, binnen mijn werkterrein begaven. In boekwinkels had ik het ook altijd reuze naar mijn zin, omdat ik me volledig kon focussen op een willekeurig boek dat mijn interesse had gewekt, en ik tijdens het lezen daarvan alles wat er om me heen gebeurde, kon buitensluiten. Magisch. Ik kan me afgezien van die twee voorbeelden nauwelijks situaties bedenken, waarin het coronavirus me heeft gehinderd in het dagelijks leven. En daarom zou ik er weinig rouwig om zijn, als dit het nieuwe normaal werd, zeker vergeleken met andere mensen.

bereikbaar

Dit icoontje van een man met een laptop en een kat achter zich, een ontwerp van Jolein Melis, ging via sociale media direct viraal.

Thuiswerken raakt onder druk van de omstandigheden, bijvoorbeeld, nu steeds meer ingeburgerd. Ik had al langer dan vandaag een uitgesproken voorkeur daarvoor, want ik heb altijd administratief werk verricht, wat ik nog steeds leuk vind, maar in de loop der jaren een grote aversie, intolerantie zelfs, ontwikkeld voor kantoortuinen. En daarmee bedoel ik dat ik er letterlijk, en figuurlijk, ziek van werd. Aleen een ‘Japanse tuin’ zie ik bij wijze van spreken, in dat opzicht, nog wel zitten: Alle werknemers op twintig meter afstand van elkaar gezeten, en achter een rots en waterval verborgen, zachtjes fluisterend in hun headset. Geloof het of niet, maar wat de onderlinge afstand aangaat, ben ik zulke kantoorruimtes al eens tegenkomen, in de jaren nul. Een ander positief effect van deze pandemie, is dat ik nu meer bewust mijn boodschappen doe. Het is niet de eerste keer dat ik dat effect voel, en de aanleiding was de vorige keer ook geen aangename, maar de angst om de supermarkt te betreden heeft ervoor gezorgd dat ik mijn boodschappen online bestel, en daarom gedwongen ben een boodschappenlijstje te maken in plaats van impulsief iets uit de rekken te pakken, op de weg terug naar huis. Daarmee bespaar ik zowel op huishoudgeld als op calorieën. En ik bestel dezer dagen nog wel meer online. Boeken, strooivoer, bloemzaden, keuken- en tuingerei, om maar wat te noemen. Niet de deur uithoeven voor de middelen van bestaan. Als het niet tot zoveel slachtoffers en economische ontwrichting en dergelijke had geleid, zou ik het coronavirus misschien nog een weldadig fenomeen hebben gevonden.

Cocoon (v.intr.) : To be isolated or protected from harsh, dangerous, or disturbing realities, especially by remaining indoors at home in one’s free time. [Greek kokkos, seed, berry.]

 

Voorselectie

Ik had me verheugd op de baan. Werken voor de gemeente en, na een korte inwerkperiode, grotendeels vanuit huis. Geen kantoortuin. Geen geroddel bij het koffieapparaat. Geen impertinente managers die je van je werk afhouden. En mensen helpen met hun vragen. Maar bij de voorselectie-bijeenkomst bekoelde m’n enthousiasme al snel. Terwijl ik eerst dacht dat er een taaltest zou worden gehouden op de computers in de ruimte, op basis waarvan de geschiktheid zou worden vastgesteld, ontdekte ik dat het twintigtal aanwezige kandidaten in het bijzijn van elkaar hun persoonlijke motivatie moest toelichten. Bij de vraag wie er als eerste wilde beginnen, voelde ik het aan mijn water. Wie als eerste z’n vinger opstak zou een wit voetje halen en het gras voor de voeten van anderen wegmaaien. Sommigen namen daarna niet de moeite om zelfs maar te doen alsof ze luisterden. Het viel ze niet kwalijk te nemen. Elke vriendelijke belangstelling kon gegeven de situatie moeilijk op waarde worden geschat. Je had de schijn tegen als je het probeerde. Wat ook niet hielp was dat de ‘recruiter’ een tamelijk deprimerend beeld schetste van de inhoud van het werk maar desondanks wel verlangde te horen hoe geweldig het vooruitzicht wel niet was om bij dat bedrijf in dienst te treden en hoezeer we ons erin hadden verdiept. Dit werd geïllustreerd met een voorbeeld over hoe je het schoeisel van een schoenverkoper ophemelt als je er aan de slag wilt. Iedereen boven de veertig moet op dat moment meteen aan Al Bundy hebben gedacht. Ik vroeg me openlijk af of het werkelijk zo is dat elke werkgever van zijn personeel verwacht dat zij het eindproduct appreciëren. Kun je bij Coca Cola aan de slag met het argument dat je zo van Coke houdt? Is het een breekpunt? Het maakt je niet gekwalificeerd als data-analist of logistiek medewerker. Is het niet veeleer dat ze professionele mensen zoeken die zich van hun taak kunnen kwijten? En dat je persoonlijke smaak er minder toe doet? Ondernemers kunnen ook maatschappelijke waarden hebben waar je achter kunt staan, reageerde de ‘recruiter´. Tuurlijk, maar dat gold niet voor het voorbeeld van de schoenverkoper waar ze mee begon. Daarna had ze het ook nog over koffie. Het zou niet goed staan als je voor een koffieproducent wilt werken terwijl je niet van koffie houdt. Een aantal mensen begon te lachen. “Ik betwijfel of George Clooney echt van Nespresso houdt”, zei ik nu opstandig. “Ja, maar dat is een acteur!”, wierp ze tegen. Exact. Zijn we dat niet allemaal als de producent als eis stelt dat we diens koffie heerlijk vinden? Misschien doet het er in werkelijkheid niet toe, zolang we het net als Clooney maar aan de man kunnen brengen. Het bedrijf in kwestie, dat in feite niets meer is dan een bevoorrechte goedkope onderaannemer, dat meer belang hecht aan het halen van targets dan het bieden van een kwalitatief goede dienstverlening en dat zichzelf veel te serieus neemt, trekt vermoedelijk ook alleen maar acteurs aan. 

Een Kampvrije Schengen-zone

FILE PHOTO: German Chancellor Merkel is welcomed by European Commission President Juncker at the start of an emergency European Union leaders summit on immigration at the EU Commission headquarters in Brussels

Merkel weet het allemaal ook niet meer

Een reden dat de E.U. economisch achterblijft bij de V.S. is dat kapitaal zich vrijelijk binnen de interne markt verplaatst maar arbeid niet. Daarom kampt het ene land met personeelstekorten terwijl gekwalificeerde mensen in het andere werkeloos thuis zitten. Taal is niet de enige barrière. Ook voor wie de vreemde taal beheerst (soms volstaat het Engels) is het geen sinecure om zich in een ander lidstaat te vestigen. Op z’n minst moet men over de nodige connecties beschikken. Voor de aankomende EU-top heeft de Franse president samen met de Duitse bondskanselier een Europese werkloosheidsverzekering op de agenda gezet. Het beoogde doel is om daarmee extreme economische schokken op te kunnen vangen en de nationale vangnetten van landen te ontzien. Het zorgt voor extra koopkracht bij economische tegenwind en verminderde koopkracht wanneer oververhitting van de economie dreigt. Het kan ook bijdragen tot de vergroting van de arbeidsmobiliteit. In Nederland is het nu soms niet eens mogelijk om naar een andere gemeente te verhuizen door de huidige regels. Met een Europese werkloosheidsuitkering zou iemand makkelijker een huurwoning in een andere lidstaat kunnen betrekken als de kansen op werk daar groter zijn. Werkgevers bespaart het de zoektocht naar personeel, papierwerk en de kosten van huisvesting. De stroperigheid van Europese besluitvorming doet vermoeden dat het zo’n vaart niet loopt maar onder druk wordt alles vloeibaar. En nu ook migratie zo’n heet hangijzer is geworden en de afwezigheid van een gemeenschappelijk asielbeleid zich wreekt. zou het goed kunnen dat er nog meer in het verschiet ligt.

Op Wereldvluchtelingendag legde de raadpresident van de EU, Donald Tusk, plannen voor aan de Europese regeringsleiders die indruisen tegen het Vluchtelingenverdrag uit 1951 en het aanvullend protocol uit 1967. Namelijk het afmeren beletten van  reddingsschepen met vluchtelingen aan boord en ze in plaats daarvan te dirigeren naar zogenaamde ontschepingsplatforms (een nieuw eufemisme voor detentiecentra) buiten de EU. De Franse president Macron en de nieuwbakken Spaanse premier Sanchez reageerden hierop met het voorstel van gesloten opvangcentra (nog zo eentje) in de EU. Maar zolang er geen afspraken kunnen worden gemaakt over herverdeling of migratiequota lost het niks op. De Oost-Europese lidstaten liggen nog altijd dwars. De ‘frontlanden’ Italië en Griekenland dragen nog altijd de zwaarste last. Op de minitop van vier dagen geleden werd gesuggereerd dat bereidwillige landen desnoods met bilaterale afspraken een oplossing zullen forceren vandaag. Dit komt echter neer op een versplintering van de EU. Ofwel ‘het einde’, dreigde Merkel zoeven. De inzet is hoog.

De patstelling kan worden doorbroken door het gemeenschappelijk asiel- en migratiebeleid te koppelen aan de bredere hervormingsagenda van de EU. In plaats van de opvang voor asielzoekers toe te vertrouwen aan afzonderlijke lidstaten, zou de E.U. (mede) voor hen een sociale voorziening in het leven moeten roepen, bekostigd uit een speciaal daarvoor op te richten Europees fonds. En ze verder nét zo behandelen als reizigers met een visum. Geen onderhandelingen meer over herverdeling en de Dublinverordening kan op de schroothoop. Hoe lang zouden die asielprocedures dan nog duren?

De Revolutie die nog gaande is

Vorige week zondag heb ik een boekpresentatie bijgewoond in de Arminiuskerk in Rotterdam. Het was pas de tweede keer in mijn leven dat ik voet heb gezet in dit mooie rijksmonument dat dateert uit het einde van de negentiende eeuw. Vorig jaar heb ik er nog een town hall meeting van Jesse Klaver bezocht aan de vooravond van de parlementsverkiezingen. Vanavond is het de Amerikaanse historicus en journalist Russell Shorto die het podium betreedt. Hij heeft Amsterdam, waarover hij ook een boek geschreven heeft, als woonplaats verkozen. Zijn laatste boek gaat over de Amerikaanse revolutie en het verhaal van die revolutie vertelt hij aan de hand van de levens van zes mensen uit die tijd. Het vernieuwende aan deze aanpak, zoals hij het zelf zegt, is dat dit verhaal niet uitsluitend vanuit het perspectief van de heersende elite wordt verteld maar ook vanuit dat van het ‘gewone’ volk. Opschepperige (Nieuw-)Amsterdammer dat hij is, benadrukt Russell ook graag dat de Amerikaanse revolutie schatplichtig is aan het gedachtegoed dat een eeuw tevoren vanuit de Lage Landen is verspreid. Het idee dat kennis niet voortkomt uit het geloof maar het (gezond) verstand. Niet de Kerk, in de vorm van een bemoeizuchtige predikant bijvoorbeeld, maar de Rede, die met de hele kosmos in verbinding staat. Elk individueel leven is waardevol, iets waar een sterk emanciperende werking vanuit gaat. Zoals meisjes die recht hebben op hetzelfde onderwijs als jongens en burgers die recht hebben op een rechtvaardige vorst – door wie ze zich niet achtergesteld voelen of anderszins in hun vrijheden beknot.  In de Amerikaanse koloniën vertaalde dit ideaal van politieke vrijheid zich in een streven naar onafhankelijkheid en een gezamenlijke opstand tegen Engelse overheersing.

liede20der20revolutie

Nu te koop bij Donner

Afkerig van een belerende toon heeft Russell zelf zijn best gedaan om de lezer alle ruimte te geven om er een eigen interpretatie op na te houden en zelfstandig tot een conclusie te komen. Maar door George Washington op te voeren naast onbekendere figuren als Ventura Smith laat hij er geen misverstand over bestaan dat hij een pleitbezorger is van een verlichtingsideaal zoals gelijkwaardigheid. Iedereen doet ertoe in deze raamvertelling. De overeenkomsten in karakter overstijgen de verschillen in maatschappelijke positie, die meer aan het geluk kan worden toegeschreven. Ventura Smith en George Washington verloren allebei hun vader als jongvolwassene en hebben zich veel moeite moeten getroosten om de vooroordelen van een bovenlaag te overwinnen. Abraham Yates was bevriend met George Washington maar dat weerhield hem er niet van om zich later van hem te distantiëren. Volgens Yates werd met de oprichting van een federale staat de verguisde buitenlandse elite verruild voor een nieuwe, binnenlandse elite die de individuele rechten van Amerikanen evenzeer met voeten zou treden (1). Net zo principieel, en vergeefs, als Yates keerde Cornplanter zich als enige tegen deelname aan de oorlog – ongeacht aan welke kant – toen de stamleiders van de Irokezen werden overgehaald door de Engelsen. Toen Cornplanter na afloop van die voor beiden desastreus verlopen oorlog werd aangesteld als onderhandelaar, getuigde hij opnieuw van realiteitszin door niet aan te dringen op behoud van enig territorium voor zijn volk. Hij vroeg George Washington enkel om advies over het bankwezen.

 

portrait
Cornplanter en Abraham Yates hadden allebei een Nederlandse vader

In de vraag- en antwoordsessie aan het eind laat Russell Shorto alle omzichtigheid varen en geeft hij ongezouten zijn mening, tot vermaak van het publiek. Hij doet dat bovendien op zo’n welsprekende en betrokken manier dat ik het gevoel heb opnieuw een politieke bijeenkomst bij te wonen, waarbij hij Jesse Klaver moeiteloos naar de kroon steekt. Dat heeft te maken met het feit dat tijdens het vijf jaar durende onderzoeks- en schrijfproces de parallellen tussen het verleden en het heden steeds meer aan hem op begonnen te dringen. De opkomst van Trump viel ermee samen net als de onlusten in Charlottesville en eerder Ferguson. De pussyhats, de vrouwenmars en de MeToo-beweging. Hij brengt het allemaal in verband (2). Het zijn ontwikkelingen die zijn werk, naar eigen zeggen, van een grotere relevantie hebben voorzien. Hij verbindt er de opzienbarende conclusie aan dat de Amerikaanse revolutie nooit geëindigd is (3). Dat veel van de problemen waar de mensen – die hij beschreef – mee worstelden nog steeds ontzettend actueel zijn.  En dit is hoe hij de Amerikaanse geschiedenis nu duidt: Als een opeenvolging van moeizame  pogingen om de mislukking van de Amerikaanse revolutie (d.w.z. verlichting) te repareren.

  1. Yates zag meer in een confederatie gemodelleerd naar de Nederlandse Republiek, dat in de zeventiende eeuw zo succesvol was geweest.
  2. Yates bekritiseerde al de ongebreidelde macht waarmee een President  het Hooggerechtshof naar zijn hand kan zetten d.m.v. benoemingen
  3. Net zomin als de Amerikaanse burgeroorlog

 

Rutte’s visie

In het praatprogramma Buitenhof van de VPRO betoonde Mark Rutte zichzelf opnieuw een mister nothing. Een premier die enkel op de winkel past en ervoor waakt om op de ontwikkelingen vooruit te lopen. Hij laat zich het liefst verrassen want hij is zo lekker gewoon gebleven. Wat niet weet wat niet deert, dus net als de NAM zal hij en zijn minister van Economische Zaken, Nogal Wiebes, als het even kan alleen ‘kennis’ nemen van de kritiek die het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft uitgeoefend op de besluitvorming van het kabinet, inzake de gaswinning in Groningen. In 2013 probeerde hij dat ook al eens, toen met minister Henk Kamp, maar een jaar later moesten ze alsnog inbinden. Maar dat is lpg onder de brug.

998747

Rutte wijst een Europese federatie als vervanging van het door crises geplaagde intergouvernementeel bestuur af. “Dat is ook een visie”, verzucht Witteman. 

Met Europa is het van hetzelfde laken een pak. Plannen maken voor een Europese federatie in 2025 vindt Mark Rutte een slecht idee want dat riekt teveel naar (gètver) visie. Dit herinnert hem teveel aan Den Uyl en een politicus moet volgens hem niet de ambitie of de illusie hebben dat hij de samenleving op een hoger plan kan brengen. Om mensen ‘tegen hun zin’ gelukkiger te maken. Dat kunnen we het beste aan die samenleving zelf overlaten. Hier demonstreert Rutte hoe weinig hij van de democratie begrepen heeft en tegelijk hoeveel minachting hij koestert voor zijn eigen baan. Als de samenleving zich ergens doet gelden dan is dat – idealiter – in de politiek. En het is de taak van een politicus om de richting waarin die samenleving zich dient te ontwikkelen helder te articuleren. Een democratisch politicus huldigt daar naar beste kunnen een goed beargumenteerd standpunt over en houdt z’n kaarten vervolgens niet dicht tegen de borst. Hij(zij/het) moet de pretentie bezitten om te spreken namens iedereen en, beter dan diens tegenstrevers, te weten wat de oorzaken van problemen zijn en wat het algemeen belang vereist. Rutte heeft vrees voor het tonen van leiderschap en dat komt doordat hij nooit serieus een mandaat voor zijn leiderschap gevraagd heeft. In alle verkiezingscampagnes blijft hij bij de grote maatschappelijke thema’s zoveel mogelijk op de vlakte om aanspraak te kunnen houden op de grootste gemene deler. Niet erg overtuigend. En dat merk je ook aan zijn populariteitscijfers.

En dan durf je dus ook niet zoveel als je eenmaal op het pluche zit. Pappen en nathouden en je donoren te vriend houden. En met een stalen gezicht liegen dat het afschaffen van de dividendbelasting de Nederlandse economie ten goede komt.