De Revolutie die nog gaande is

Vorige week zondag heb ik een boekpresentatie bijgewoond in de Arminiuskerk in Rotterdam. Het was pas de tweede keer in mijn leven dat ik voet heb gezet in dit mooie rijksmonument dat dateert uit het einde van de negentiende eeuw. Vorig jaar heb ik er nog een town hall meeting van Jesse Klaver bezocht aan de vooravond van de parlementsverkiezingen. Vanavond is het de Amerikaanse historicus en journalist Russell Shorto die het podium betreedt. Hij heeft Amsterdam, waarover hij ook een boek geschreven heeft, als woonplaats verkozen. Zijn laatste boek gaat over de Amerikaanse revolutie en het verhaal van die revolutie vertelt hij aan de hand van de levens van zes mensen uit die tijd. Het vernieuwende aan deze aanpak, zoals hij het zelf zegt, is dat dit verhaal niet uitsluitend vanuit het perspectief van de heersende elite wordt verteld maar ook vanuit dat van het ‘gewone’ volk. Opschepperige (Nieuw-)Amsterdammer dat hij is, benadrukt Russell ook graag dat de Amerikaanse revolutie schatplichtig is aan het gedachtegoed dat een eeuw tevoren vanuit de Lage Landen is verspreid. Het idee dat kennis niet voortkomt uit het geloof maar het (gezond) verstand. Niet de Kerk, in de vorm van een bemoeizuchtige predikant bijvoorbeeld, maar de Rede, die met de hele kosmos in verbinding staat. Elk individueel leven is waardevol, iets waar een sterk emanciperende werking vanuit gaat. Zoals meisjes die recht hebben op hetzelfde onderwijs als jongens en burgers die recht hebben op een rechtvaardige vorst – door wie ze zich niet achtergesteld voelen of anderszins in hun vrijheden beknot.  In de Amerikaanse koloniën vertaalde dit ideaal van politieke vrijheid zich in een streven naar onafhankelijkheid en een gezamenlijke opstand tegen Engelse overheersing.

liede20der20revolutie

Nu te koop bij Donner

Afkerig van een belerende toon heeft Russell zelf zijn best gedaan om de lezer alle ruimte te geven om er een eigen interpretatie op na te houden en zelfstandig tot een conclusie te komen. Maar door George Washington op te voeren naast onbekendere figuren als Ventura Smith laat hij er geen misverstand over bestaan dat hij een pleitbezorger is van een verlichtingsideaal zoals gelijkwaardigheid. Iedereen doet ertoe in deze raamvertelling. De overeenkomsten in karakter overstijgen de verschillen in maatschappelijke positie, die meer aan het geluk kan worden toegeschreven. Ventura Smith en George Washington verloren allebei hun vader als jongvolwassene en hebben zich veel moeite moeten getroosten om de vooroordelen van een bovenlaag te overwinnen. Abraham Yates was bevriend met George Washington maar dat weerhield hem er niet van om zich later van hem te distantiëren. Volgens Yates werd met de oprichting van een federale staat de verguisde buitenlandse elite verruild voor een nieuwe, binnenlandse elite die de individuele rechten van Amerikanen evenzeer met voeten zou treden (1). Net zo principieel, en vergeefs, als Yates keerde Cornplanter zich als enige tegen deelname aan de oorlog – ongeacht aan welke kant – toen de stamleiders van de Irokezen werden overgehaald door de Engelsen. Toen Cornplanter na afloop van die voor beiden desastreus verlopen oorlog werd aangesteld als onderhandelaar, getuigde hij opnieuw van realiteitszin door niet aan te dringen op behoud van enig territorium voor zijn volk. Hij vroeg George Washington enkel om advies over het bankwezen.

 

portrait
Cornplanter en Abraham Yates hadden allebei een Nederlandse vader

In de vraag- en antwoordsessie aan het eind laat Russell Shorto alle omzichtigheid varen en geeft hij ongezouten zijn mening, tot vermaak van het publiek. Hij doet dat bovendien op zo’n welsprekende en betrokken manier dat ik het gevoel heb opnieuw een politieke bijeenkomst bij te wonen, waarbij hij Jesse Klaver moeiteloos naar de kroon steekt. Dat heeft te maken met het feit dat tijdens het vijf jaar durende onderzoeks- en schrijfproces de parallellen tussen het verleden en het heden steeds meer aan hem op begonnen te dringen. De opkomst van Trump viel ermee samen net als de onlusten in Charlottesville en eerder Ferguson. De pussyhats, de vrouwenmars en de MeToo-beweging. Hij brengt het allemaal in verband (2). Het zijn ontwikkelingen die zijn werk, naar eigen zeggen, van een grotere relevantie hebben voorzien. Hij verbindt er de opzienbarende conclusie aan dat de Amerikaanse revolutie nooit geëindigd is (3). Dat veel van de problemen waar de mensen – die hij beschreef – mee worstelden nog steeds ontzettend actueel zijn.  En dit is hoe hij de Amerikaanse geschiedenis nu duidt: Als een opeenvolging van moeizame  pogingen om de mislukking van de Amerikaanse revolutie (d.w.z. verlichting) te repareren.

  1. Yates zag meer in een confederatie gemodelleerd naar de Nederlandse Republiek, dat in de zeventiende eeuw zo succesvol was geweest.
  2. Yates bekritiseerde al de ongebreidelde macht waarmee een President  het Hooggerechtshof naar zijn hand kan zetten d.m.v. benoemingen
  3. Net zomin als de Amerikaanse burgeroorlog

 

Rutte’s visie

In het praatprogramma Buitenhof van de VPRO betoonde Mark Rutte zichzelf opnieuw een mister nothing. Een premier die enkel op de winkel past en ervoor waakt om op de ontwikkelingen vooruit te lopen. Hij laat zich het liefst verrassen want hij is zo lekker gewoon gebleven. Wat niet weet wat niet deert, dus net als de NAM zal hij en zijn minister van Economische Zaken, Nogal Wiebes, als het even kan alleen ‘kennis’ nemen van de kritiek die het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft uitgeoefend op de besluitvorming van het kabinet, inzake de gaswinning in Groningen. In 2013 probeerde hij dat ook al eens, toen met minister Henk Kamp, maar een jaar later moesten ze alsnog inbinden. Maar dat is lpg onder de brug.

998747

Rutte wijst een Europese federatie als vervanging van het door crises geplaagde intergouvernementeel bestuur af. “Dat is ook een visie”, verzucht Witteman. 

Met Europa is het van hetzelfde laken een pak. Plannen maken voor een Europese federatie in 2025 vindt Mark Rutte een slecht idee want dat riekt teveel naar (gètver) visie. Dit herinnert hem teveel aan Den Uyl en een politicus moet volgens hem niet de ambitie of de illusie hebben dat hij de samenleving op een hoger plan kan brengen. Om mensen ‘tegen hun zin’ gelukkiger te maken. Dat kunnen we het beste aan die samenleving zelf overlaten. Hier demonstreert Rutte hoe weinig hij van de democratie begrepen heeft en tegelijk hoeveel minachting hij koestert voor zijn eigen baan. Als de samenleving zich ergens doet gelden dan is dat – idealiter – in de politiek. En het is de taak van een politicus om de richting waarin die samenleving zich dient te ontwikkelen helder te articuleren. Een democratisch politicus huldigt daar naar beste kunnen een goed beargumenteerd standpunt over en houdt z’n kaarten vervolgens niet dicht tegen de borst. Hij(zij/het) moet de pretentie bezitten om te spreken namens iedereen en, beter dan diens tegenstrevers, te weten wat de oorzaken van problemen zijn en wat het algemeen belang vereist. Rutte heeft vrees voor het tonen van leiderschap en dat komt doordat hij nooit serieus een mandaat voor zijn leiderschap gevraagd heeft. In alle verkiezingscampagnes blijft hij bij de grote maatschappelijke thema’s zoveel mogelijk op de vlakte om aanspraak te kunnen houden op de grootste gemene deler. Niet erg overtuigend. En dat merk je ook aan zijn populariteitscijfers.

En dan durf je dus ook niet zoveel als je eenmaal op het pluche zit. Pappen en nathouden en je donoren te vriend houden. En met een stalen gezicht liegen dat het afschaffen van de dividendbelasting de Nederlandse economie ten goede komt.